Bidden, hoe moet dat eigenlijk?
Als kind leerde ik om te bidden. Om mijn handen te vouwen, om mijn ogen te sluiten en om alles wat ik op mijn hart had bij God neer te leggen. Ik vond het heel vanzelfsprekend om mijn ongenoegen over mijn onvoldoende voor rekenen met God te bespreken. En ook het onderwerp ‘meer zakgeld’ stond regelmatig op mijn bid-lijstje. En hoewel ik nu wel weet dat dat misschien niet de dingen zijn om voor te bidden deed ik het toen wel. En vouwde ik elke avond mijn handen en had ik een gesprekje met de Heer, zo klein als ik was.
Dat gesprek(je) met de Heer…dat leek naarmate ik groter werd, steeds schaarser te worden. Ik begon me soms een beetje ongemakkelijk te voelen om (hardop) tegen iemand te praten die me misschien niet eens hoorde. Ik begon censuur toe te passen op mijn gebed, ik begon steeds minder te bidden en ondanks dat het als klein kind zo’n vast onderdeel was van mijn dagritme, verdween het in mijn tienerjaren naar de achtergrond.
In de pastorale gesprekken die ik afgelopen jaar heb gevoerd hoor ik met regelmaat dat mensen het lastig vinden om te bidden, dat ze bang zijn dat ze het niet kunnen of dat ze niet goed weten hoe ze moeten beginnen. En ook hoor ik, dat als we samen bidden, dat toch altijd als fijn en speciaal wordt ervaren. Om tijd vrij te maken om naar binnen te keren en om zorgen bij God neer te leggen.
Bidden is iets ontzettend persoonlijks. Het is jouw lijntje met de Bron, het is het gesprek dat je met Hem hebt over dingen waar je je zorgen over maakt, waar je dankbaar voor bent of waar je verdriet bij voelt. Over hetgeen dat in jouw diepste hart leeft. Een intiem gesprek dat je eigenlijk maar zelden – en misschien zelfs wel nooit - met iemand anders voert. Bij God mag je je hele hart uitstorten zonder dat Hij je veroordeelt, zonder dat hij een mening over je vormt. Zonder dat je het ooit nog eens op je bordje krijgt, zonder dat het bij een ander terecht komt. En juist daarom kan bidden zo ontzettend fijn zijn en mogen we misschien wat minder streng zijn naar onszelf over onze bid-talenten. Het enige dat je hoeft te doen is je handen vouwen, je ogen sluiten en tijd vrij maken voor Hem. Dat kan met woorden, dat kan in stilte. Dat kan ook als je niet weet wat je moet zeggen, als je niet de woorden weet te vinden voor je gevoel. Het kan altijd. God wéét wat er in je hart leeft en wil ook door de stilte heen luisteren naar jouw gebed.
Dus na het lezen van deze meditatie is het misschien een goed moment. Een goed moment om dit kerkblad even naast je neer te leggen. Om je handen te vouwen en je ogen te sluiten. En even, midden op de dag, tijd vrij te maken voor de Eeuwige. Want hij zit altijd klaar. En als je niet goed weet hoe je moet beginnen? Begin dan gewoon eens met stilte. Met helemaal niks. En je zult zien dat de woorden vanzelf komen.
Janneke Huizinga – Ouderenpastor Eibergen